Albanese gekte - Reisverslag uit Kotor, Montenegro van Go Lambers - WaarBenJij.nu Albanese gekte - Reisverslag uit Kotor, Montenegro van Go Lambers - WaarBenJij.nu

Albanese gekte

Door: Go

Blijf op de hoogte en volg Go

18 Juni 2010 | Montenegro, Kotor

Ik heb alweer een hoop nieuwe indrukken opgedaan sinds mijn vorige mail.
Allereerst was er 's avonds in Ohrid een balkanfestival met zang, muziek en dans, iets dat ik natuurlijk moeilijk kon overslaan op mijn Balkanreis. Samen met Slav en twee Engelsen, waarvan er een oorspronkelijk Albanees was, heb ik me dus een avond vermaakt met macedonische volksdansen.
De volgende ochtend was ik van plan om richting Sveti Naum te gaan, een gebiedje rondom een klooster vlak naast de grens met Albanie. Toen ik daar aankwam bleek het echter vrij vol met strandtoeristen te zijn (ook Sv. Naum ligt aan het meer van Ohrid) en bleek het klooster-gedeelte niet veel meer in te houden dan een kerkje waarvan ik er inmiddels velen heb gezien. Ik besloot daarom om meteen door te reizen naar Albanie, in plaats van de nacht door te brengen bij Sv. Naum.
Ik liep het laatste stukje naar de grens, stak hem over en bevond mij in Albanie. Wat ik toen nog niet wist, maar inmiddels wel, is dat heel Albanie gek is.
Landschappelijk is Albanie prachtig: hoge bergen, afgewisseld met glooiende heuvels en vlaktes, rivieren, meren en bovendien een kustlijn langs de ionische en adriatische zee.
Jammer maar helaas: men heeft het in Albanie grondig weten te verstieren. Allereerst is het hele land bezaaid met bunkers, die overal waar je kijkt als een soort betonnen paddestoelen uit de grond lijken te komen. Ze zijn gebouwd onder het communistische regime van Enver Hoxha en je vindt ze zoals gezegd overal: in de bergen, op de stranden, in de dorpen, in achtertuinen en op kerkhoven. Volgens mijn reisgids zijn het er zo'n 700.000 en ik heb me laten vertellen dat ze deels onderling verbonden zijn met tunnels.
De bunkers zijn bij lange na het ergste niet: hoewel het een vreemd gezicht is, hebben de kleine halve koepeltjes best een vriendelijk uiterlijk. Veel erger vind ik de rest van de bebouwing in Albanie. Het hele land staat vol met bouwwerken die ofwel half-af, ofwel half-vergaan zijn, soms zelfs beide tegelijk. Architectonische hoogstandjes zijn het 99 van de 100 keer niet, al geven ze de betonnen blokken wel de meest vrolijke kleuren.
Met de wegen is het niet beter gesteld: het wegenstelsel is een netwerk van asfalt vol gaten en wegwerkzaamheden met omleidingen tot gevolg, die over onverharde grindpaadjes gaan. Ooit zal het beter zijn, want ze zijn hard aan de weg aan het werken en zowaar ligt hier en daar een stuk glad asfalt, maar vooralsnog is het een bende.
Over wegennetwerk gesproken: het verkeer in Albanie is onvoorstelbaar. het bestaat uit de meest gammele voertuigen, gemengd met paardenkarren, vee en een enkele fiets. Ik denk dat ze drie regels hebben: rechts rijden, enigszins maat houden in snelheid en de chauffeur moet een gordel om. Alle drie de regels worden aan de lopende band genegeerd, tenzij er politiecontrole in zicht is: dan gaat de voet van het gas, het voertuig naar rechts en de gordel om. Onmiddelijk na de politiecontrole gaat de gordel af, de voet op het gas, en wijkt men uit naar links om in te halen.
Ik geloof niet dat er in Albanie iets gedaan wordt aan afvalverwerking. Het gevolg is dat het halve land lijkt op een grote vuilnisbelt vol alle mogelijke rotzooi. Sommige delen worden nu en dan in brand gestoken, om het geheel wat minder ruimte in te laten nemen. Vuilnisbakken zijn er wel, maar ik denk niet dat iemand ze ooit gebruikt, laat staan leegt.
Albanees is een onbegrijpelijke taal, die nergens op lijkt. 'po' betekent ja en 'jo' betekent nee en om het nog verwarrender te maken knikt men als men 'nee' bedoelt en schudt men met het hoofd om 'ja' aan te duiden.

Tot zover mijn relaas over gekke Albanezen. Ik herken in mijn eigen redenering die van een psychiatrisch patient: de hele wereld is gek, behalve ik. Misschien moet ik dus onder ogen zien dat ik degene ben die ontzettend raar is in Albanie. Dat zou dan ook meteen verklaren waarom het overgrote deel van de mensen me aanstaart alsof ik van een andere planeet kom. Ik heb af en toe echt gewenst dat ik bruin haar had een 1.60 was, dan zou ik tenminste ietsje minder opvallen. Toch zijn de mensen vriendelijk, zo merkte ik toen ik eenmaal de starende blikken durfde te begroeten met een vriendelijke hoofdknik (want daarmee bedoelt men dan weer wel hetzelfde!) Ook onder elkaar zijn Albanezen volgens mij ontzettend vriendelijk en amicaal, hoewel dat niet makkelijk te beoordelen is als je de taal niet kunt verstaan.

Vanaf de grens nam ik de bus naar Elbasan, met de bedoeling daar de bus naar Berat te nemen. Ik kwam echter een Albanees tegen die tegenwoordig in Londen woont: Eltoni. Hij nodigde me uit om met hem mee te gaan naar Durres, om gezellig met z'n vrienden daar te kijken. Ik ging akkoord, want het leek me wel prettig om in Albanie te beginnen met een stevige basis. Ik ging dus mee naar Durres, ontmoette Ilir en Chris, een getrouwd stel. Ilir woont in Albanie, Chris in Engeland en dat brengt de nodige moeilijkheden met zich mee. Ze zijn echter bijzonder goed gezelschap, dus heb ik me een avond erg vermaakt met engelse humor terwijl we in Durres wat aten.
De volgende dag zou ik mee gaan naar Tirana, nadat we de zoon van Chris op zouden halen op het vliegveld. Het vliegtuig was echter vertraagd en de bagage ook nog zoek, zodat we urenlang koffiedronken op het vliegveld en uiteindelijk Tirana niet meer zagen. Ilir zette me af bij de bus naar Vlora. De chauffeur van de minibus zette me af bij een goedkoop hotel dat erg naar mijn smaak was: ik denk dat er in de laatste 30 jaar niets meer aan was veranderd. De eigenaar was een vriendelijke, oude, zwijgende man. 's avonds raakte ik aan de praat met twee phd's filosofie uit Denemarken, met wie ik tot grote verwondering van de cafebaas een glas Raki dronk, alvorens te gaan slapen in mijn hotel.
Na een nacht in een half uit elkaar vallend bed nam ik de bus naar Dhermi, een plaatsje aan de ionische kust. De tocht erheen ging over Llogoraja, een berg die uitzicht geeft over de ionische kust en corfu: erg mooi.
In dhermi deed ik een dag helemaal niets, behalve een beetje zwemmen, in de zon of schaduw liggen, eens over het strand lopen en wat drinken op een terras. Hoewel ik bewust de schaduw had opgezocht, had ik 's avonds voor de zoveelste keer last van zonnesteek-symtomen, zodat ik uiteindelijk op een lege maag en vermoedelijk met lichte koorts in mijn bed dook, dat ik zelf uit mijn rugzak had gerold en in een van Hoxha's bunkers had gelegd. Bunkers houden echter de warmte van de dag vast, zodat ik uiteindelijk gewoon onder de wederom schitterende sterrenhemel sliep.
Donderdag nam ik vanaf Dhermi de bus naar Berat. Van horen zeggen wist ik dat Berat mooi zou moeten zijn. Veel vertrouwen had ik er niet in, gezien de rest van het land, maar zowaar: Berat heeft een mooi oud gedeelte met keienstraatjes en een citadel op een heuvel. De reden dat het hier nog mooi is, is waaschijnlijk dat het een museumstad was in de tijd van Hoxha's regime. Ik bekeek de stad en haar etnografisch museum, waarna ik mijn bed indook, in een kamer met airconditioning.
Gisteren vertrok ik richting Tirana, om daar (in de bloedhitte) een tijdje tussen het gekleurde beton en het denderende verkeer rond te lopen, alvorens verder te reizen naar Budva, in Montenegro. Ik had al vrij snel door dat Budva het soort toeristenstad is waar ik een grondige hekel aan heb (veel harde muziek, heel veel hip uitgaanspubliek, overal dure bars), vandaar dat ik meteen vanochtend ben vertrokken naar Kotor, iets verder naar het noorden. Het is hier iets minder toeristischen Montenegro is qua uiterlijk precies Albanie, maar dan zonder de lelijke bebouwing, de bunkers, de opgebroken straten een de hopen afval. Met andere woorden: Montenegro is onwaarschijnlijk mooi! Omdat ik nu aan de kust zit is het me echter wel een tikje te 'hip', ik vermoed dat er een grote instroom is van de mensen met veel geld en een duur jacht. Desalniettemin heb ik het best naar m'n zin; een beetje slenteren door oude straatjes, die vergeven zijn van katten (wat dat betreft zouden ze dit oord beter Kator kunnen noemen).
Morgen vertrek ik richting Durmitor, een nationaal park in het noorden, om 's lands hoogste, de Bobotov Kuk te beklimmen. Daarna gaat mijn reis verder naar Bosnie; Sarajevo en Mostar. Ik heb nu nog precies twee weken om naar Ljubljana te komen en hoewel ik aan de ene kant van elke dag geniet, tel ik aan de andere kant de dagen af tot ik daar ben - jullie begrijpen waarschijnlijk waarom.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Go

Actief sinds 25 Juli 2010
Verslag gelezen: 921
Totaal aantal bezoekers 83242

Voorgaande reizen:

17 September 2019 - 25 Oktober 2019

Terug naar de Balkan

06 Juli 2015 - 27 Juli 2015

Între Orient şi Occident

09 Oktober 2014 - 30 Oktober 2014

Gurcistan & Turqeti

21 Juni 2012 - 31 Juli 2012

De grote oversteek

16 Juli 2010 - 16 Augustus 2010

Oost-europa

02 Juni 2008 - 02 Juli 2008

Haide la Balcan!

11 Juli 2007 - 11 Augustus 2007

Roemeens Rondje

Landen bezocht: