Bergheil en bedevaart - Reisverslag uit Ohrid, Macedonië van Go Lambers - WaarBenJij.nu Bergheil en bedevaart - Reisverslag uit Ohrid, Macedonië van Go Lambers - WaarBenJij.nu

Bergheil en bedevaart

Door: Go

Blijf op de hoogte en volg Go

18 Juni 2010 | Macedonië, Ohrid

Op de vijfde dag van mijn Balkan-trip hier de eerste update van de nieuwe reeks :)
Mijn vlucht van dinsdagavond was enigszins vertraagd. Gelukkig had ik voldoende overstaptijd in Wenen, zodat ik na een paar uurtjes halfslaap in een bankje bij mac donalds de eveneens vertraagde vlucht naar Sofia kon nemen. Bulgarije was precies zoals ik me herinnerde, alleen heb ik inmiddels meer van dit soort landen gezien en is het nieuwe er ten opzichte van twee jaar geleden een beetje af. Ook deze keer heb ik Sofia amper gezien, ik denk dat ik er nu een half uurtje in heb rondgelopen. Daarna nam ik de bus vanaf een busstation dat ergens goed verstopt onder een viaduct gevestigd is. Het minibusje bracht me naar Samokov, een stoffig plaatsje tussen Sofia en het Rila-gebergte in. Na mezelf daar voorzien te hebben van een gasstel om op te koken, nam ik de minibus die me naar Borovets bracht; een ski-oord dat ook een goede basis is voor bergwandelingen en -vooral belangrijk- de beklimming van 's lands en 's balkans hoogste top.
Vanuit Borovets gaat een kabelbaan naar Yastebrets, een punt in de bergen. Normaal gesproken vind ik kabelbanen natuurlijk voor mietjes, zeker als het om wandelen gaat, maar ervaring en lonely planet leren mij dat omhoog wandelen vanaf Borovets zoiets betekent als omhoog ploeteren door omgeploegd terrein, dat in de toekomst een nieuwe skipiste gaat worden. Erg vrolijk word ik daar doorgaans niet van, dus nam ik voor een paar centen gewoon de kabelbaan omhoog.
Vanaf Yastebrets liep ik op m'n slippertjes met volledige bepakking naar het punt dat op mijn kaart stond aangegeven als 'Musala-hut'. Toen ik daar een uurtje later aankwam bleek er weliswaar een punt te zijn met wat oude gebouwdjes, flink aangetast door de tand des tijds, en een immens hotel (?) in aanbouw. Verder was er niets, ook geen informatie. Uit de vorm van het meer waaraan het lag kon ik enigszins opmaken dat ik wel degelijk bij de Musala-hut aangekomen was en gelukkig kwamen er al gauw twee mannen op me af die mijn vermoeden bevestigden.
Dit klinkt natuurlijk heel eng: ik ergens in de bergen waar verder niets is en twee mannen die op me af komen. Schijn bedriegt, want beiden waren erg vriendelijk en al spraken ze geen engels (en is mijn Bulgaars nog hopeloos beperkt), toch hebben we geprobeerd wat te converseren. Ik kreeg van hun drie pakjes noodle-soep mee, een pak koekjes en wat instant-koffie. Ze wezen me de goede weg richting Musala, al vonden ze wel dat dat nog ver zou zijn voor deze avond (het liep inmiddels tegen zessen). Hoewel ik het daarmee eens was en ook helemaal niet van plan was om de top die avond nog te halen, sloeg ik het aanbod om die nacht daar te blijven af en wandelde verder, nadat ik m'n slippers ingewisseld had voor m'n bergklompen.
De tocht liep erg voorspoedig, langs kleine sneeuwveldjes (tot mijn niet geringe vreugde) en meertjes. En elke keer dacht ik: bij het volgende meertje sla ik mijn kamp op. Maar toen een eindje verderop een hut verscheen, leek het me verstandig daar de nacht maar te blijven.
De kosten voor de hut waren 10 leva per persoon. Dat is ongeveer 5 euro en dus niet veel geld, maar aangezien mijn geldvoorraad beperkt was en ik niet nog eens in Rila (mijn volgende bestemming) zonder geld wilde staan (net als twee jaar terug), besloot ik buiten te slapen. De eigenares van de hut vond dat echter zo'n slecht plan, dat ze me aanbood om dan maar gratis te overnachten. Erg vriendelijk dus.
De volgende dag begon ik met de beklimming van de Musala. De hut lag aan het begin van de klim erheen, dus in drie kwartier was ik boven. Tot mijn verbazing is de top van de Musala bebouwd. En niet zo'n beetje; behalve een hut die de top verpest staat een paar tientallen meters verderop een blauw golfplaten gebouw dat er uitziet als industrie. Niet bepaald mooi dus, maar aan de andere kant vind ik het ergens wel typisch voor Bulgarije.
Vanaf de top bezag ik de route die ik had gepland voor vandaag. Ik verbleekte, want het leek me een ongelooflijk eind en een onhaalbaar plan. Omdat teruggaan ook geen optie was, begon ik toch maar aan de tocht naar Ribni Ezerna (Ribni-meer). Uren van dalen, klimmen, dalen, klimmen, dalen, klimmen volgden en de Musala verdween steeds verder naar de achtergrond. Achter mt Kovac kon ik hem helemaal niet meer zien, maar toen ik er een paar uur later weer zicht op kreeg was ik blijverrast over de afstand die ik blijkbaar had afgelegd.
De bordjes in het Rila-gebergte zijn niet te vertrouwen. Niet alleen hangen ze allemaal scheef en zijn ze half verroest, ze zijn bijna zonder uitzondering onleesbaar omdat de tekst is weggesleten en ze wijzen ook de verkeerde kant op. Een richting op waar helemaal geen pad is, bijvoorbeeld. Gelukkig wist ik met behulp van kaart, gidsje en kompas uiteindelijk het goede pad te vinden en kon ik aan de afdaling naar Ribni Ezera beginnen. Ik had het inmiddels wel een beetje gehad met lopen; zo'n 11 uur vind ik wel genoeg op een dag. Vandaar dat ik bij een mooi groen grasveldje met een mooi helder meertje mijn kamp opsloeg, eten kookte en onder een sterrenhemel waarvan je in Nederland alleen kan dromen in slaap viel.
De volgende dag ging de tocht verder bergafwaarts naar het Rila klooster. Twee jaar terug ben ik er niet in geslaagd om daar te komen, vandaar dat ik na een uur of vijf wandelen een licht gevoel van triomf voelde.
Het rila-klooster is mooi en een goede plek om een paar uurtjes bij te komen van een lange tocht. Wel zijn er natuurlijk veel toeristen, want het is een van de meest bekende kloosters van de streek. Zo zag ik een groep nederlanders, op georganiseerde vlinder-safari. Wat mensen al niet verzinnen...
's middags nam ik de bus naar Rila, daarna naar Blagoevgrad en veel sneller dan ik dacht naar Kocani; Macedonie. De vriendelijke mensen daar hielpen me in een ommezien aan een hotel, waar ik de nacht doorbracht om de volgende ochtend vroeg naar Skopje te vertrekken.
Skopje is een vreemde stad. De zuidkant van de rivier is bijna prototypisch een communisten-stad: beton, beton, beton. Steek je echter de stari most over, dan kom je in een heel ander deel waar de Albanezen (Albaniers?) wonen. Dit is ook het oude deel, met oude badhuizen (nu musea), kerken, moskeen (incl markante minaretten) en een grote markt waar men alle denkbare dingen verkoopt, inclusief kalkoenen en konijnen (levend wel te verstaan).
Na een halve dag in Skopje rondgelopen te hebben (in de bloedhitte) nam ik de bus naar Ohrid, een plaatsje in het zuiden van Macedonie, bij de grens met Albanie. In de bus kwam ik Ivan tegen, een Macedonier wiens grootvader uit Kroatie kwam (vandaar dat hij met recht kroatie-fanaat genoemd kan worden) en die mij welhaast bekeerde tot het Christendom. Maar dat niet alleen, hij hielp me ook aan een slaapplek in Ohrid. Hier verhuren de meeste mensen wel wat ruimte voor toeristen en na wat navragen op straat kwamen we terecht bij Nada, een allervriendelijkste Macedonische die me in het Macedonisch alles uitlegde over haar huis en over Ohrid. Ik nam afscheid van Ivan, liep nog even door het stadje om wat te eten en ging na een enerverende dag naar bed.
Omdat ik vrij vroeg was gaan slapen, werd ik vanochtend vrij vroeg weer wakker. Uitstekend, want Ohrid is nogal toeristisch. Om een uur of acht ligt iedereen op zondagochtend echter nog te pitten, op wat locals na. Een uitgelezen kans dus om op mijn gemakje een paar kerken te bekijken (erg mooi, met uitzicht over een uitgestrekt, blauw meer, etc. Mijn nieuwe camera maakt overuren!). Ik was net aan het kijken naar wat (prachtige) oude mozaieken in een opgravingsterrein, toen er een man (tegen de 50?) op me afkwam en zich voorstelde als Slav, de filosoof. Hij wist zo ongeveer al het mogelijke te vertellen over de mozaieken, over de kerken, over macedonie en over ohrid en hij heeft me een paar uur beziggehouden met allerlei religieuze interpretaties van alle afbeeldingen en gebouwen die er hier te vinden zijn (en dat zijn er nogal wat). Het is een erg interessant figuur, al word je na een paar uur een beetje moe van zijn gerebbel. Vandaar dat ik uiteindelijk weer alleen verderga. Ik slenter wat door de stad en kom een internetcafe tegen, vanwaaruit ik jullie een mailtje stuur.
Morgen of overmorgen vertrek ik naar Berat in Albanie. Ik ben erg benieuwd wat ik daar aan ga treffen. De laatste dagen waren best hectisch, alles is behoorlijk snel gegaan. En al vind ik het allemaal prachtig, ik vind het wel moeilijk om me over te geven aan wat er gebeuren gaat. Ik kan namelijk wel plannen maken, maar je weet nooit precies wat je tegenkomt. Het onderdak in Ohrid regelde zich vanzelf, mijn tocht naar Kocani ook (da's een ander verhaal) en mijn ochtend kerken ontdekken eveneens. Ik had dit niet kunnen plannen en dit soort mogelijkheden wil ik openlaten, maar het is soms wel een beetje spannend om 's ochtends niet te weten waar je 's avonds terecht komt. Toch heb ik er ergens wel alle vertrouwen in dat het vanzelf goed komt. Ivan en Slav zouden zeggen: God heeft het beste met je voor! En laat ik daar dan maar in proberen te geloven.

Heel veel liefs en een knuffel voor allen,

Go.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Go

Actief sinds 25 Juli 2010
Verslag gelezen: 1056
Totaal aantal bezoekers 83242

Voorgaande reizen:

17 September 2019 - 25 Oktober 2019

Terug naar de Balkan

06 Juli 2015 - 27 Juli 2015

Între Orient şi Occident

09 Oktober 2014 - 30 Oktober 2014

Gurcistan & Turqeti

21 Juni 2012 - 31 Juli 2012

De grote oversteek

16 Juli 2010 - 16 Augustus 2010

Oost-europa

02 Juni 2008 - 02 Juli 2008

Haide la Balcan!

11 Juli 2007 - 11 Augustus 2007

Roemeens Rondje

Landen bezocht: