Wandelen in sprookjesland (2)
23 Oktober 2019 | Roemenië, Deseşti
Na ons luie ochtendritueel pakken we onze spullen en wandelen we verder. Eerst richting het kerkje van Sat Sugatag, dat tegen Manastirea aan ligt. Zowel het kerkje als het kerkhof zijn wat groter dan in Manastirea en er is bovendien veel meer bedrijvigheid: een handvol vrouwen harkt de bladeren bij elkaar en wiedt het onkruid, dat ze vervolgens verbranden achter het kerkhof. We besluiten ze een handje te helpen. Een oud vrouwtje leent ons een bladerhark en kijkt vol verbazing hoe we aan het werk gaan. Dan raapt ze een paar walnoten van de grond: “hier, vergeet de noten niet, die zijn voor jullie!” Ik bedankt haar en stop de noten in mijn rugtas, want ik heb geen zakje om ze in te stoppen. Even later komt ze met een hele zak vol noten naar ons toe: “nog meer noten, neem maar!” en ze kiepert de halve zak leeg naast onze rugtassen. Ik schiet in de lach: al had ik een zakje, dan werd het nog een heel gesjouw om al die noten mee te nemen. Dus probeer ik haar uit te leggen: “Bedankt, maar we hebben er al genoeg, deze zijn voor u!”. Maar daar wil ze niets van weten: “Het zijn goede noten, ze zijn voor jullie, neem ze mee!”. Ik leg uit dat we ze niet mee kunnen nemen, en wijs op onze volle tas. “Dan koop je toch een tasje, hier bij de winkel? Dan neem je ze mee naar huis!”. Pas als ik overdrijf dat we van plan zijn om vanaf hier naar Baia Mare te lopen zucht ze: “Naar Baia Mare te voet….! En bedachtzaam knikkend stopt ze de noten terug in haar eigen zakje.”
Onze route gaat verder over een oude spoorbaan een eind boven de provinciale weg. Als je goed kijkt kun je de sporen er nog van zien. We passeren een eindeloze serie idyllische boomgaarden, hooivelden, akkertjes en vergezichten. Ter hoogte van het dorpje Harnicesti dalen we af, omdat het avond begint te worden. We slaan een stukje de weg in richting Hoteni, waar een oude man een stukje met ons oploopt. Hij kletst onverstoorbaar tegen ons aan in het Roemeens, tot wij rechtsaf slaan waar hij rechtdoor gaat. Wij lopen weer langs dezelfde beek als vanmorgen, in weer een ander veldje met bomen en hooi. Dat klinkt misschien eentonig, maar deze kampeerplek is nog mooier dan die van gisteren. Ook hebben we nagedacht over de kou: eerst wilden we proberen om vannacht in een hooiberg te slapen, maar bij nader inzien lijkt het ons makkelijker om het hooi in onze hangmat te stoppen. Zo hebben we immers extra isolatie op onze rug, en hooi is hier nooit ver weg. Dus bouwen we even later allebei ons eigen nest in de boom, alsof we twee enorme weversvogels zijn. Daarna bereiden we een simpel diner van pasta met vis en maken we een klein kampvuurtje in het veld. Het kabbelende beekje maakt de idylle helemaal af.
’s Nachts word ik wakker van Jelle, die uit zijn hangmat klimt: “Pffff ik stik de moord, ik doe mijn trui uit!”. Onze hooi-hack werkt dus, en hoe! Ook ik heb een heerlijk warme nacht en word uitgerust wakker. We doen hetzelfde recept als gister: rustig opstaan, poedelen in de beek, ontbijten in de ochtendzon met verse walnoten… Daarna weer op pad, via het kerkje van Harnicesti, waar we onze tas verder vullen met rijpe appels die van de boom gevallen zijn. Aan het begin van de middag komen we in Desesti aan. Ook hier staat een oud houten kerkje, dat vanwege de bijzondere schilderingen uit de 17e eeuw aangemerkt is als Unesco werelderfgoed. Helaas voor ons: de deur is dicht, en omdat onze telefoons leeg zijn kunnen we het nummer van de sleutelbewaarder niet bellen. Bij nadere inspectie van het hangslot blijkt dat ze de beveiliging hier niet al te serieus nemen: de sleuf waar het oog doorheen moet waar het hangslot aan zit blijkt zó groot te zijn, dat het hangslot er in zijn geheel doorheen past. Moet je wel wat geduld en handigheid hebben, maar ik heb mijn zinnen gezet op die schilderingen, dus even later gaat de deur open. Dit mag ongetwijfeld zélfs niet in Maramures, maar we maken niets stuk en doen niemand kwaad. Het voordeel van deze ‘illegale’ toegang is dat de verlichting in de kerk niet aan kan. Daardoor zien we eerst alleen de schilderingen die direct in het licht staan dat door de kleine ramen naar binnen valt. Maar we nemen de tijd om onze ogen aan het donker te laten wennen, en langzaam, beetje voor beetje, doemen de schilderingen op van Adam en Eva, de kruisiging van Christus, het laatste oordeel en een heleboel andere Bijbelse taferelen die ik jammer genoeg niet allemaal thuis kan brengen, heiden die ik ben. Jelle komt een stuk verder dan ik, maar kent natuurlijk ook niet alle symboliek van deze stijl. Het maakt niet uit; ook zonder alles te begrijpen kun je een half uur met open mond naar het plafond staren, vol verwondering over de kleurrijke schilderingen. Ze zijn niet persé verfijnd of sierlijk – de menselijke figuren zijn vaak hoekig en simplistisch-, maar wel erg doeltreffend in hun relatieve eenvoud. Door het bonte kleurgebruik komt er op de muren een heel leven naar voren dat ik goed vind passen bij dit gebied: zonder al te veel opsmuk, maar met aandacht en liefde voor wat leeft. Alsof in deze kerk niet alleen God, maar ook de ‘ziel’ van Maramures woont.
We gaan weer op pad, richting Mara. Ik heb Jelle verteld dat er daar een restaurant zit waar je heerlijke forel kunt eten, en dat bekend is in de hele regio. Sinds dat moment moet ik flink de pas erin houden om hem bij te houden. Aan het eind van de middag, precies als we moe en hongerig beginnen te worden, komen we daar aan. Het is een groot restaurant met verschillende gebouwen, maar de grote bekendheid komt ongetwijfeld door de waterval en de vijvers met stromend water waar forellen in zwemmen. Een door water aangedreven meelmolen maakt het tafereel af. Buiten kun je je eigen picknicktafel-met-afdakje kiezen, waar ze je komen bedienen. Wij kiezen een plekje in de laatste zon en lokken alvast één van de katten die hier om begrijpelijke redenen rondhangen. Dieren horen hier bij de aankleding en worden door zowel de gasten als het personeel vriendelijk getolereerd. We besluiten onze vakantie hier te vieren en bestellen forel met verschillende bereidingswijzen en een aantal bijgerechten. Even later zitten we te eten als koningen. De graatjes zijn voor de zes poezen, de vissenkoppen voor de twee honden, en als toetje kiezen we ‘papanasi’, een soort gevulde donut met room en bosbessen. De rekening is een lachertje, en met een voldaan gevoel lopen we weer richting het dorp, om in de heuvels een slaapplaats te zoeken.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley