Thessaloniki
Door: Anne-margot
12 Juli 2015 | Griekenland, Thessaloniki
Gelukkig ging de reis voorspoedig, dat scheelt een hoop. De baby die naast me zat huilde helemaal niet zo vreselijk hard en de zweetvoeten van de man achter me vielen zo vroeg op de ochtend ook wel te verdragen.
Voor ik het wist zat ik dus met bagage en al in een stampvolle bus van het vliegveld naar Thessaloniki-stad. Toen ik uitstapte golfde de Griekse hitte me tegemoet. Hoewel het ook in Nederland de afgelopen week meer dan aangenaam warm was, was het schroeiend vermogen van deze Griekse zon van een geheel andere orde.
Ik had in Thessaloniki absoluut geen plan, zoals ik voor de rest van de reis ook geen plan heb, behalve dan dat ik na drie weken vanaf Adana terugvlieg. Ik had alleen een globaal printje van de kaart, waardoor ik me met enige orientatiekunsten (die donkergrijze toren zal de `white tower' wel wezen en die man op het paard is vast Alexander de Grote') richting het centrum wist te manouvreren. Daar wachtte mij een levensgroot stanbeeld van Aristoteles, die zijn eigen plein aan de blauwe Griekse zee heeft, en dagelijks omringd wordt door een grote meute genietende Grieken.
Thessaloniki is volledig vergeven van de cafe's, terrassen en eettentjes. Vooral jonge mensen vullen het straatbeeld achter hun Lattes en Frappes en Freddo cappucino's, modieus gekleed in dezelfde trends als in Nederland, maar dan met meer zorg en aandacht uitgevoerd. Je zou niet denken dat er hier een ernstige financiele crisis woedt, want de prijzen zijn eerder hoger dan lager in Nederland, maar niemand lijkt zich daarom op het eerste gezicht te bekommeren.
Voor hen die houden van terrasjes pakken en shoppen is Thessaloniki een paradijs. Helaas behoor ik niet tot die categorie en ben ik vooralsnog alleen, dus dool ik wat verloren rond.
Om het mezelf wat makkelijker te maken en de neiging te onderdrukken om de eerste de beste Eurolines-bus terug naar huis te pakken (wat ik op een kwaad moment serieus in overweging neem) besluit ik in te checken bij het eerste hostel dat ik zie.
Mijn kamergenote Gabriela (27) komt uit Athene en is een paar dagen hier vor een beroepsmatige cursus- als die tenminste doorgaat, gezien de situatie. Net als ik is ze docent en we hebben dus meteen voldoende gesprekstof om eindeloos te praten over de verschillen en overeenkomsten tussen onze beide landen.
Gabriele maakt zich zorgen over haar land, vraagt zich af of er volgende week nog wel geld uit de machines komt en zo niet- wat dan? Werkloosheid is onder jonge mensen waanzinnig hoog, ook onder het hoge percentage hoogopgeleiden. De bezuinigingen van de laatste jaren hebben ervoor gezorgd dat velen hun woning amper nog kunnen betalen en wie de mogelijkheid heeft, vertrekt naar het buitenland.
Ze heeft net als de meerderheid tegen het EU-akkoord gestemd, omdat ze nog meer bezuinigingen nu eenmaal niet ziet zitten. Toch is ze niet onverdeeld enthousiast over Tsipras, die volgens haar net als alle politici leugens verkoopt. Ze heeft het gevoel dat ze door de politiek en de media al die tijd misleid is, waardoor ze nooit een goed geinformeerde beslissing heeft kunnen maken. Voor het publiek is er volgens haar een dichotomie gecreeerd tussen twee grote partijen, waardoor het altijd kiezen was tussen twee kwaden, die er een rotzooi van maakten en hun zakken vulden ten koste van het volk. Voor kleinere oppositie was vanwege de scheve en corrupte machtsverhoudingen nauwelijks of geen plaats.
Even later tref ik in de gemeenschappelijke ruimte van het hostel een jongen van een jaar of 20 (zijn naam is me ontschoten) die in Istanbul zegt te wonen. Hij komt mij nogal blank en Slavisch voor, wat ook wel blijkt te kloppen: hij komt uit Edirne, maar zijn familie behoort tot de Pomak: een kleine minderheidsgroep waarvan niemand de herkomst precies schijnt te kennen, maar die op het grensgebied van Bulgarije, Griekenland en Turkije leven.
Hij blijkt een warm enthousiasme te koesteren voor minderheden en minderheidstalen, en hij vertelt afgelopen jaar onderzoek te ehbben gedaan naar een kleine, bijna uitgestorven taal in zuid-west Georgie, die verwant schijnt te zijn aan het Armeens, al beweren de sprekers bij hoog en bij laag dat het niet zo is. Het spreekt voor zich dat ik ook in hem een goede gesprekspartner vind, en ik raad hem aan om na zijn lifttocht naar Berlijn (want daarmee is hij bezig) aan te waaien bij het ECMI, waar ik vorig jaar een summer school volgde over minderheidsproblematiek en waar ze zijn ongebreidelde enthousiasme over dit onderwerp zeker weten delen.
's Avonds krijg ik een berichtje van een couchsurfer die mij uitnodigd als zijn gast. Het lijkt mij goed om eerst eens nader kennis te maken in het drukke centrum, om te kijken of ik niet te maken heb met een engerd die op heel andere zaken uit is dan hij voor doet komen. Hoewel: als dat het geval zou zijn, kiest hij een wat vreemde aanpak, met een profiel waarin hij zich profileert als liefhebber van politiek, filosofie, poezie en goeie films.
Inderdaad blijkt Christos niets anders dan een uitermate vriendelijke en geinteresseerde dertiger, die me graag de betere plekken van Thessaloniki laat zien en urenlang kan praten over van alles en nog wat: zoals je nu eenmaal doet met reizigers. In een prachtig openluchtcafe bij een oude Hammam (ook Thessaloniki was ooit onderdeel van het Ottomaanse rijk) hebben we het over (wat anders dan) de Griekse situatie.
Christos maakt zich niet zo'n zorgen: hoewel de crisis hardheeft toegeslagen onder de Griekse bevolking kabbelt het elven voort, en zal dat blijven doen: grexit of geen grexit. Dat is ook de reden dan al die jongeren schijnbaar onaangedaan op hun terrasjes zitten volgen hem: de situatie is nu eenmaal zoals hij is, en verder gaat het leven door: kome wat kome. Dat die houding wordt geinterpreteerd als lui of apathisch is volgens hem niet terecht. Jarenlang is het Griekse volk voorgelogen over de politieke en economische situatie en de komende tijd zal hopelijk blijken wat de waarheid is. Het is voor de meeste mensen nu afwachten, en dat doen Grieken nu eenmaal graag zo aangenaam mogelijk.
De uitkomst van de eurotop morgen interesseert Chris niet bijzonder, omdat geen van beide opties volgens hem het onderliggende probleem oplossen. Op mijn vraag wat dat onderliggende probleem dan is antwoordt hij stellig: het kapitalisme. Hij voegt eraantoe dat hij communist, of ten minste overtuigd socialist is.
Hobbymatig heeft hij zich verdiept in de Marxistische tak van de politieke filosofie en hoewel ik mezelf bepaald geen expert op dit gebied kan noemen biedt deze gemeenschappelijke interesse voldoende gesprekstof om de avond mee te vullen.
Christos geloof in vrijheid en gelijkheid van alle mensen en zet grote vraagtekens bij de uitvoering van het communistisch gedachtengoed door de Sovjetunie et al., die de vrijheid van mensen ernstig beperkt hebben.
Solidariteit is voor hem een kernwaarde, en idealiter zouden mensen stoppen met altijd maar meer willen dan hun buurman. Natuurlijk rijst dan al gauw de vraag of dat kan: een mens zonder competitiedrang. Is die competitie oorzaak of gevolg van een kapitalistisch systeem? En indien het laatste geldt: hoe beweeg je mensen er dan toe om dat los te laten, zonder daarbij in het vaarwater van dat andere ideaal; Vrijheid te belanden?
Het zijn moeilijke en cruciale vragen, maar het doet me goed om erover te filosoferen, ergens op een terras onder het toeziend oog van een marmeren versie van Aristoteles.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley