Etappe 4: Orienteering
23 Oktober 2014 | Georgië, Tbilisi
Het is er nog veel viezer en aftandser dan twee jaar geleden, maar de prijs is ook nog verder gezakt, waardoor je nu 3,50 betaalt per nacht.
Het hostel wordt momenteel beheerd door Alexandra, die half Portugees, half Iranees is en in Beiroet is opgegroeid. Ze is al tijden in haar eentje op weg, maar is nu even neergestreken in Tbilisi om bij te komen.
Ik kom hoogst zelden andere vrouwen tegen die alleen reizen, en gek genoeg voelt het als een opluchting om lekker een avondje bij haar op de bank te hangen, de afwas te doen, video's te kijken en meisjesgesprekken te hebben.
Eigenlijk wilde ik deze dagen wandelen in de Kaukasus, maar de weersvoorspelling is te slecht. Daarom besluit ik tot een extra dag in Tbilisi, omdat er nog wel een paar musea zijn die ik wil zien.
De volgende dag ga ik dus naar het geschiedkundig museum van Georgie, waar vooral fascinerende vondsten uit de oudheid te zien zijn, maar ook een altijd interessante (want altijd zeer partijdige) tentoonstelling over de sovjetbezetting. Interessant detail is dat Stalin (Georgier van geboorte) hier nieteens genoemd wordt, terwijl je op straat hier en daar nog altijd portretten van de grote leider vindt.
Ik raak in gesprek met een Turkse jongen, die leraar Engels is in Ankara. We besluiten samen Tbilisi nog wat te verkennen, en lunchen Georgisch in een toeristisch restaurantje in het centrum. Hij laat zien hoe je aan de achterkant van Tbilisi's opgeknapte oude centrum via de uitgestrekte botanische tuinen het kasteel op de heuvel boven Tbilisi op kunt komen. Het is er prachtig en eindelijk eens vrij van verkeersdrukte, dus ik stel mijn beeld van Tbilisi weer een beetje bij.
Omdat hij later op de middag met een vriend heeft afgesproken nemen we afscheid, en zoek ik toevlucht in een internetcafe om het vorige verhaal te schrijven.
's ochtends sta ik vroeg op om met de minibus naar Kazbegi te gaan. Ik tref een uiterst vriendelijke chauffeur, die hier en daar een toeristische tussenstop maakt om zijn passagiers (allemaal toeristen) de mooiste plekjes op de route te laten zien.
Het is mijn plan om af te reizen naar Juta, wat aan het eind van een rivierdal gelegen is. Vanaf daar wil ik een paar dagen wandelen in het hooggebergte, om dan weer terug te keren naar Juta.
De chauffeur zet mij aan het begin van het rivierdal af, en ik begin richting Juta te lopen. Lang ben ik niet onderweg als naast mij een zilverkleurige SUV met 5 vrolijke jongens stopt: of ik weet waar Juta is? Ik leg uit dat ik die kant ook op ga en dat ze deze weg moeten volgen. Daarop nodigen ze me uit met hen mee te rijden, en ze maken plaats op de achterbank door bij elkaar op schoot te kruipen.
Het blijken Israeli's te zijn, die in Juta een toch willen maken met paarden. Het is een gezellige bedoening, en al hobbelend en stuiterend komen we via een prachtige weg door het dal in Juta, wat op zo'n 2200 meter gelegen is.
Ik neem afscheid van de jongens, pak mijn spullen en mijn kaart en vertrek richting Chaukis-pas (3338 m). Ik heb prachtig uitzicht op het Chaukis-massief, het weer is schitterend, het pad is goed gemarkeerd en vooralsnog ligt er maar een miezerig beetje sneeuw. Ik prijs mezelf enorm gelukkig dat ik mij ben, en dat ik hier met mijn huis op mijn rug op het dak van de wereld loop te lopen. Ik kan het iedereen aanraden.
Het laatste stuk naar de Chaukis-pas is behoorlijk steil, en ik vraag me af waarom ik zo tergend traag vooruit kom. Na elke paar stappen sta ik weer stil om me heen te kijken, en het lukt me niet om mezelf ertoe te zetten de laatste klim even af te maken.
Toch kom ik er uiteindelijk, en mooi voordat de zon ondergaat sta ik een eindje voor de pas op de top van een flinke berg. Ik vesluit hier kamp te maken, want op een top is de zon eerder op dan in het dal, en het is bijna windstil.
Ik pak dus mijn tentje uit en begin hem op te zetten. Zoals dat bij mij gaat zijn mijn vingers echter al na 2 minuten gevoelloos en door en door koud, en valt er niets meer mee te beginnen. Omdat mijn lijf verder wel warm is besluit ik in de half opgezette tent te kruipen met mijn dikke slaapzak, tot mijn vingers weer wat zijn ontdooid.
Als ik even later wakker word is de zon net achter de bergtoppen verdwenen, mijn zijn mijn vingers nog steeds koud. Ook de rest van mijn lichaam is niet zo warm meer, en ik realiseer me dat steviger maatregelen nodig zijn om mezelf weer op temperatuur te krijgen. Blijkbaar is mijn lichaam niet in staat de thermostaat te reguleren.
Ik wikkel mezelf dus zo goed mogelijk in mijn slaapzak, rits de onderkant open en steek een arm naar buiten. Als een soort knalblauwe rups strompel ik over mijn bergtop, op zoek naar mijn rugtas, mijn buitentent, mijn hoofdlamp en mijn chocoladerepen. Het moet een idioot gezicht geweest zijn, maar ik kan er op dat moment niet om lachen: mijn lichaam kan alleen maar rillen hoewel het niet kouder kan zijn dan rond het vriespunt en mijn slaapzak temperaturen tot -20 kan weerstaan voel ik me alsof ik naakt over een poolvlakte strompel.
Als ik uiteindelijk -met pijn in mijn vingers en mijn eveneens bevroren tenen- in mijn zo goed en kwaad als dat ging opgezette tent kruip en mijn slaapzak zo ver mogelijk dicht snoer prop ik nog gauw wat chocola, koekjes en een paar slokken water naar binnen. Waarschijnlijk is het niet de kou, maar vermoeidheid en hoogte die zorgen dat ik alleen nog maar kan huiveren en rillen.
Het duurt ellendig lang, maar uiteindelijk worden eerst mijn romp en daarna mijn vingers weer warm. Ik wurm mezelf half uit de tent om een paar extra warme sokken te pakken, en werp achteloos een blik op de hemel. In alle kou was ik even vergeten waarom ik hier ook alweer was: kamperen in de bergen is onbeschrijfelijk mooi, zeker bij een heldere en maanloze nacht. Ik rups mezelf op mijn rug om de schitterende sterrenhemel en de contouren van de bergen diep in me op te nemen, maar rits mezelf uiteindelijk toch weer in mijn tent om zoveel mogelijk warmte bij me te houden.
Uiteindelijk zijn zelfs mijn tenen tegen de ochtend enigszins ontdooid, maar erg lekker voel ik me niet. Bovendien kan ik, als ik de moed uiteindelijk heb gevat om naar buiten te komen, de weg naar de Chaukis-pas bijna niet zien liggen omdat er hierboven te veel sneeuw ligt. Achter de pas weet ik dat er een steile afdaling op me wacht, en terug moet ik die ook weer omhoog.
Ik besluit dat het allemaal niet verstandig is. Ik voel me ellendig, mijn lichaam heeft meer moeite met de kou en de hoogte dan ik dacht, de omstandigheden zijn onzeker... Ik pak mijn spullen en loop terug richting Juta. Dat de laatste klim me gister zoveel moeite kostte begrijp ik beter tijdens de afdaling: het is bijna niet mogelijk om die lopend te doen, dus als een soort kreeft kruip ik op handen en voeten de helling af. Ik ben blij als ik weer bij het pad sta, in de zon, aan de rivier. Helaas blijkt laatstgenoemde bevroren, waardoor ik mijn water niet kan bijvullen. In een poging wat water los te peuteren bevriezen mijn handen natuurlijk opnieuw, waardoor ik mijn bloedvaten voor de zoveelste keer vervloek en ijverig verder marcheer in een poging wat stuwing op gang te krijgen.
Uiteindelijk vind ik een plek met stromend water, waar ik spaghetti kook in de zon en even bijkom van een helse nacht. Daarna kuier ik rustig naar Juta, toch wel weer genietend van buiten zijn in het hooggebergte. Maar mijn lesje in nederigheid heb ik voorlopig wel weer even gehad...
Aangekomen in Juta krijg ik onmiddelijk een lift van een aardige man die richting Kazbegi rijdt. Daarmee heb ik reuze geluk, want Juta is een klein gat waar bijna nooit iemand heen gaat of vertrekt, en het is nog een goede 16 km tot Kazbegi. De man stopt af en toe om foto's te maken van het adembenemende uitzicht op de kazbeg (met zijn >5000 m de hoogste in de regio), die vanuit dit dal prachtig omlijst wordt door omringende heuvels.
In Kazbegi tref ik dezelfde chauffeur, die me met een dollemansrit over de afgelopen jaar opnieuw geasfalteerde weg terug naar Tbilisi brengt. Daar is het goed rusten. Hostel Romantik, al is het dan een uitgewoond en smerig hol, voelt toch een beetje als thuis.
Achtergrondmuziek bij deze aflevering: http://www.youtube.com/watch?v=Pb1J0Bt4z90
-
23 Oktober 2014 - 22:06
Annemieke:
Dit vind ik niet leuk. Dat snap je vast wel, gelukkig liep het goed af. Liefs! -
26 Oktober 2014 - 13:24
Douwe:
Ik vind het wel leuk. Dat snap je vast ook wel. Goed om te besluiten terug te gaan en je grenzen te erkennen. Daarom loopt het goed af. Ben beretrots op je, zusje! Veel plezier op je avontuur! Liefs, Douwe
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley