Etappe 2: Stedelijk "schoon"
19 Oktober 2014 | Georgië, Tbilisi
Omdat Archili in zijn vrije tijd 360-graden-foto's maakt voor google views (https://www.google.com/maps/views/view/116926027663507859630/gphoto/6070435879832596130?gl=us&heading=69&pitch=90&fovy=75) haakt hij graag een dagje aan, zodat ik mijn lol op kan met deerniswekkende Sovjettreurnis en hij zijn steentje kan bijdragen aan het vastleggen van de wereld.
Met zijn auto rijden we -in de zo kenmerkende Georgische stijl- richting Chiatura, en maken onderweg een tussenstop bij de pilaar van Khatski: een stuk omhoogstekende rots waarop sinds 2007 een eenzame monnik zijn dagen slijt. Daarna rijden we door naar het diepe groene rivierdal waarin tussen de blokken ernstig vervuilde betonrot als een soort omgekeerde oase Chiatura ligt, aan een rivier die zwart ziet van de vervuiling uit de mijnindustrie.
Het is objectief een afgrijselijk oord waar niets mooi aan is, tenzij je geboren bent met oog voor Sovjetidylle. De kabelbanen die aan alle kanten uit het dal omhoog kruipen, met bakjes die uit meer roest dan uit ijzer bestaan, vormen de enige reden om blij te worden van dit anderszins deprimerende oord. Archili en ik besluiten alle banen uit te proberen, zodat hij meerdere foto's kan maken van het uitzicht over Chiatura. En het moet gezegd worden: uitzicht op zoveel lelijks heeft toch weer iets prachtigs.
De volgende dag neem ik afscheid van Archili en vertrek richting Tbilisi. Ik wil het liefst een paar dagen naar de bergen, maar daar heb ik eerst een wandelkaart nodig die bij mijn weten alleen daar verkrijgbaar is.
In Tbilisi kom ik aan op busstation Didube. Het is er een nog grotere chaos dan ik mij herinner van grofweg 2 jaar terug, en het duurt even voordat ik tussen het oerwoud van toeterende taxibusjes, behulpzame chauffeurs (kutaisi?batumi?kazbegi?telavi? Where you go!?) en verkopers van alle spullen die er op de wereld bestaan (voor als je nog een opblaasboot nodig had voor onderweg) mijn weg te vinden naar de metro.
Ik vind mijn weg naar een hostel in een oude wijk van Tbilisi, waar ik vooralsnog de enige gast ben. De zoektocht naar de kaartenwinkel leert mij dat het vandaag een feestdag is, zodat alles gesloten is.
Allesbehalve gesloten is echter de enorme kerk van de heilige drieeenheid op een heuvel aan de oostkant van de stad. Het is er een drukte van jewelste en voor hen die geloven dat de kerk er is voor een handvol ouden van dagen komt hier bedrogen uit. De kerk is een bijenkorf van mensen die kaarsjes branden voor alle heiligenbeelden, gebeden zeggen, iconen kussen en zich laten zegenen door de geestelijken die tussen dit gedrang herkenbaar zijn an hun lange zwarte gewaden en soortgelijke baarden. Een geestelijke neemt in zijn zegeningen meteen ook de tas met boodschappen van een van de toehoorders mee, die hij rijkelijk besprenkelt met het heilige water van zijn zegeningskwast (hoe heet zo'n ding?). En laten we natuurlijk de bruiloften niet vergeten...
's Avonds is het hostel aangevuld met twee koppels uit Oekraine, die me uiteindelijk net iets te veel drinken en Russisch spreken met de eigenaars om nog gezellig te zijn. Dus zwerf ik wat door nachtelijk verlicht Tbilisi, tot het tijd is om te gaan slapen.
's ochtends begeef ik me naar de kaartenwinkel om mezelf van wandelkaarten te voorzien. Omdat ik gek word van het lawaai van langsrazend verkeer (Tbilisi is een grote verkeersader van klinkers en slecht asfalt) besluit ik de rest van de dag te besteden aan een tripje naar Signagi, gelegen ten zuidoosten van Tbilisi, richting Azerbeijan.
http://www.theatlantic.com/infocus/2013/08/stalins-rope-roads/100577/
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley