Etappe 4: landinwaarts! - Reisverslag uit Tbilisi, Georgië van Go Lambers - WaarBenJij.nu Etappe 4: landinwaarts! - Reisverslag uit Tbilisi, Georgië van Go Lambers - WaarBenJij.nu

Etappe 4: landinwaarts!

Door: Go

Blijf op de hoogte en volg Go

11 Juli 2012 | Georgië, Tbilisi

Nadat we in enigszins beschonken toestand naar onze kampeerplek aan het vliegveld zijn gestrompeld worden we 's ochtends wakker van luid gegraas vlak naast onze tent en een klaterende straal urine een eindje verderop (gelukkig). Als ik de tent openrits begint de herdershond luid naar me te blaffen, maar als hij daar genoeg van heeft houdt hij me, kauwend op een stuk bot, nauwlettend in de gaten.
Wij ruimen even later onze spullen op en gaan richting het politiehuis. Guja staat op het punt van vertrek en we kunnen meteen onze tassen in de laadbak zetten en instappen. Guja bekent dat hij een beetje hoofdpijn heeft, want gisteren was hij, voor hij ons tegenkwam, op bezoek geweest bij een familie die hem wijn bij bleef schenken. Maar goed, zegt hij, ik heb beloofd jullie mee te nemen, dus doe ik dat ook. Guja rijdt vandaag zelf en doet dat beduidend rustiger dan zijn collega gisteren. Dat is wel prettig, want het is een aardig eind naar Ushguli en de weg wordt gaandeweg alleen nog maar slechter. Tijdens de rit wordt hier en daar gestopt om een praatje te maken met een toevallige voorbijganger, of om een sigaret te roken met een bekende. Ook laat Guja ons de 'love tower' zien; een stenen toren die aan de rivier gebouwd is en volgens de legende de woonplaats was van een meisje dat haar geliefde in de rivier had zien verdrinken. Later op de dag horen we overigens een heel andere versie van het verhaal en het blijft ons volstrekt omduidelijk waarom er middenin het landschap, los van enige andere bebouwing, opeens een hoge stenen toren staat. Zowieso stikt deze regio van de torens, maar ze staan meestal in het dorp. Ze zijn oorspronkelijk bedoeld ter verdediging van het eigen dorp tegen de bewoners van vijandelijke dorpen een eindje verderop.
Onze aankomst in Ushguli verklaart onmiddelijk waarom het zo'n trekpleister is voor mensen die naar Svaneti trekken: het is een eeuwenoud dorpje dat prachtig gelegen is aan een bergbeek, met 's lands hoogste (Shkhara) op de achtergrond. De bevolking leeft erg eenvoudig, maar vanwege het aanzwellende toerisme hangt er hier en daar een uithangbord met 'guesthouse' of 'cafe'. Wij eten een Georgisch hapje (waarover later meer) in een van die cafe's en ontmoeten een Amerikaan die linguistisch bijzonder onderlegd is en te kennen geeft dat Chinees leren een eitje is vergeleken met het leren van de Georgische taal. Wij vinden het al heel wat dat we het Georgisch schrift ons eigen hebben gemaakt, al duurt het lezen van een woord nog altijd buitensporig lang.
Na het eten lopen we wat door het dorpje rond, maar erg lang duurt het niet voordat het opnieuw begint te regenen. Bibberend en ontstemd over het aanhoudende slechte weer duiken we dus maar weer het cafe in, tot de regen wat vermindert. Daarna gaan we op zoek naar Guja, die we even later vinden achter een flink glas Chacha bij een klein gezin in een nog veel kleiner huisje, waar de stoofpot op het fornuis staat te pruttelen. Wij moeten ook binnenkomen en een hapje meeeten. Willen we wijn, of liever Chacha? Als we kiezen voor wijn krijgen we inderdaad een wijnglas vol met een helder drankje dat hetzelfde alcoholpercentage heeft als chacha met een scheutje water. We drinken met de gastheer, die duidelijk al heel wat `wijn' achter de kiezen heeft, op zijn familie, op zijn zoon die gisteren jarig was en vorig jaar bijna was omgekomen bij een ongeluk, op goede mensen als Guja, op Nederland, op alle vrouwen. Uiteindelijk weet Guja aan de greep van de gastheer te ontkomen: hij moet nog rijden en zijn hoofd doet zeer.
Opnieuw rijden we dus even later door de regen in de politiejeep richting Mestia. Onderweg pikken we nog twee Israelische wandelaars op die het met de regen ook niet meer zien zitten. Het machinegeweer en de kogelvrije vesten kunnen we best op schoot nemen en dan passen er met een beetje wringen wel vier mensen op de achterbank. Met beslagen ruiten scheuren we terug naar Mestia.
We nemen afscheid van Guja, bedanken hem hartelijk met een klompjes-sleutelhanger, noteren zijn adresgegevens en zwaaien zijn Toyota uit. Dan verdwijnen we in het cafe om op te drogen en ons te warmen aan thee, bier en wijn. Ook de Amerikaanse linguist is inmiddels met de taxi weer naar Mestia gekomen, zodat we gedrieen de tijd verdrijven en een hapje eten, totdat de regen stopt en de avond valt. We zetten onze tent een eindje buiten het centrum op en zetten onze wekker vroeg: de enige bus vanuit Mestia vertrekt om 6 uur 's ochtends.
De bus naar Tbilisi zet ons af bij het busstation van Kutaisi. We zijn moe en plakkerig en al onze spullen zijn vochtig geworden tijdens ons verblijf in Svaneti, en we zijn niet in een opperbest humeur. Bij aankomst op het busstation beginnen allerlei mannen willekeurig plaatsnamen tegen ons te roepen: Tbilisi? Batumi? Ozurgeti? MestiaZugdidiGoriSamtredia? Het is nieteens bedoeld om ons iets aan te smeren, maar om ons de goede richting op te wijzen. Wij komen alleen net aan, dus zoeken we ons gauw een weg naar een rustiger plek en antwoorden we af en toe: "Ara! Kutaisi!", wat er dan weer in resulteert dat de heren ons aan een taxi willen helpen.
Uiteindelijk lukt het ons om uit de drukte van het station (en bijbehorende markt) te komen en we proberen ons -zonder kaart- een beeld te vormen van waar het centrum is. Lang krijgen we daar niet de tijd voor: een jonge vrouw komt naar ons toe om te vragen of we hulp nodig hebben. Ze wijst ons voor het centrum richting bus 1, die rechtstreeks naar het centrale plein gaat.
Bij het infocentrum winnen we informatie in over de bezienswaardigheden in en rond de stad en laten we ons een hostel wijzen. Het blijkt meer een 'homestay' te zijn bij een vriendelijke dame van middelbare leeftijd die niet zo goed Engels spreekt, maar er wel alles aan wil doen om het ons naar de zin te maken. Het huis is oud, met hoge plafonds en vol kitscherige versieringen, zoals een portret van Jezus met een parelmoeren achtergrond. Ons bed is een uitklapbank die, zelfs in vergelijking tot onze thermarest-matrasjes, tamelijk hard is. Maar dat deert niet: we hebben een dak boven ons hoofd, schone lakens, een douche en zelfs een wasmachine.
Nadat we ons hebben opgefrist gaan we opnieuw richting centrum. Het Georgisch parlement wordt binnenkort verplaatst van Tbilisi naar Kutaisi en het is wel duidelijk dat in het betreffende stadsdeel koste noch moeite gespaard zijn om het op te knappen tot een staat van gladgestreken nietszeggenheid die je wel vaker aantreft in stadjes waar de tand des tijds aan het oog wordt onttrokken. Gelukkig voor ons is de andere helft van het stadscentrum nog wel in ouderwetse staat. Officieel is er ten noorden van het centrale plein een overdekte boerenmarkt met aanzienlijke afmetingen. In werkelijkheid strekt de markt zich uit over het hele noordelijke deel van de stad en wordt iedere straat bevolkt met oudere mannen en vrouwen die allerhande koopwaar aanbieden: groente, fruit, vlees, kaas, broden, plastic spullen, cosmetica, elektronica, bloemen, boeken, afbeeldingen van heiligen, plastic zakjes en heel veel verse kruiden. Het aantal verkopers overstijgt het aantal bezoekers ruimschoots, waardoor je je afvraagt waar al die mensen in vredesnaam van leven, want het aanbod is zo enorm dat heel Amsterdam er met gemak van kan leven.
We gaan voor de lunch een klein keldertje binnen waar een tekening van een bord soep boven staat. Achter een luik in de achterwand staan twee stevige vrouwen met schorten voor de bestelling af te wachten. Omdat er geen kaart is en wij nog steeds niet zo goed Georgisch spreken maken we met gebaren duidelijk dat we graag een maaltijd voor twee personen willen. Dat kan gelukkig. We krijgen bonensoep met een hele berg verse kruiden, een salade van komkommer met verse kruiden, een mand brood en -alsof het nog niet genoeg was- een bordje met verse kruiden, om zo op te eten. We spoelen het weg met limonade van Russische makelij, die officieel naar peren smaakt, maar toch meer aan kauwgomballen doet denken. We betalen het equivalent van drie euro, bedanken de dames vriendelijk en gaan met een volle maag richting het park, om wat te lezen op een bankje in de namiddagzon, temidden van de jeugd van Kutaisi, die zich vermaakt met elektrische auto'tjes, suikerspinnen en crossfietsen. Het is heerlijk om warm, goeddoorvoed en droog te zijn. Morgen gaan we wel weer wat doen.

  • 11 Juli 2012 - 18:12

    Mamiek:

    Lieve Go en Levien, blij weer van jullie te horen! Er was een zware overstroming bij jullie in de buurt in Rusland, dus ik was niet helemaal gerust op jullie welzijn. Jammer van al die regen, maar op de weerkaart zien we dat het beter wordt.Prachtige foto's! Ik zag Go's fiets op het station staan en heb hem verplaatst en de plakkertjes weggehaald, zodat hij niet wordt verwijderd. Liefs!

  • 11 Juli 2012 - 18:55

    Go:

    Van die overstroming zagen wij ook de beelden voorbijkomen, dat was geloof ik in novorossisk. Dat is in de buurt van het berggebied waar we morgen heengaan, maar wees gerust: de georgische erwin kroll voorspelt veel goeds en er is geen veiliger plek bij een overstroming dan het hooggebergte, leren we van noach en companen;) liefs!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Go

Actief sinds 25 Juli 2010
Verslag gelezen: 420
Totaal aantal bezoekers 87145

Voorgaande reizen:

17 September 2019 - 25 Oktober 2019

Terug naar de Balkan

06 Juli 2015 - 27 Juli 2015

Între Orient şi Occident

09 Oktober 2014 - 30 Oktober 2014

Gurcistan & Turqeti

21 Juni 2012 - 31 Juli 2012

De grote oversteek

16 Juli 2010 - 16 Augustus 2010

Oost-europa

02 Juni 2008 - 02 Juli 2008

Haide la Balcan!

11 Juli 2007 - 11 Augustus 2007

Roemeens Rondje

Landen bezocht: