Etappe 1: De rand van Europa
Door: Go
26 Juni 2012 | Nederland, Amsterdam
Na heel lang wachten tot het eindelijk 21 juni was zijn we dan toch nog begonnen aan de reis over de zwarte zee die al maanden in de planning zat. Ik kon het natuurlijk niet laten om mee er veel meer mee bezig te houden dan ik me gezien mijn studie eigenlijk kon veroorloven en Levien heeft de nacht voor vertrek helemaal niet meer geslapen, in een poging alles `af' te krijgen. Maar goed, we zijn op weg en zo langzamerhand begint ook het reisgevoel weer te komen.
Donderdagochtend vertrokken we uit Amsterdam met de trein naar Brussel, omdat Blueair vanuit daar vliegt op Boekarest, Otopeni. Omdat ik ervaring heb met het missen van vliegtuigen wegens uitvallende treinen hadden we een enorme buffer ingebouwd, zodat we voor het vliegtuig van 18.05 al om 10.15 zouden vertrekken. Toen ik nog even wilde controleren van welk perron de trein zou gaan kreeg ik een melding: storingen tussen A'dam Centraal en Schiphol en ook tussen Schiphol en Roosendaal. De trein die we wilde nemen was bovendien geannuleerd.
Een wat haperend begin van de reis dus, maar net als met generale repetities voor belangrijke optredens kun je maar het beste hopen op zoveel mogelijk tegenslag in het begin, dan verloopt de rest van de reis altijd soepel.
We haalden het vliegtuig uiteraard makkelijk, al waren we tegen de tijd dat we in een donker en warm Boekarest aankwamen moe, verreisd en het wachten zat. Door een splinternieuwe luchthaven vonden we onze weg naar de kaartverkoop voor de trein. De dame achter de kassa liet echter in ratelend Roemeens weten dat de laatste trein al vertrokken was om acht uur. Waarom zij daar dan vier uur later nog steeds zat was mij niet helemaal duidelijk, maar wel handig, omdat ze ons richting bus wees. Die zou misschien nog wel gaan, zei ze.
In mijn allerbeste Roemeens sprak ik een vrouw bij de bushalte aan, om te vragen of hier de juiste bus vertrok en hoe laat dan wel. Met een licht ironische glimlach antwoordde ze me in het Amerikaans dat dit zeer zeker de halte was en dat de bus, als we zouden bidden, misschien nog wel zou komen. Waarschijnlijk heeft ze voor ons drieen gebeden, want kort daarna kwam inderdaad de laatste bus richting centrum, die ons naar Piata Universitate reed, in de buurt van het hostel. Zonder kaart, maar met een aardige herinnering van hoe de stad in elkaar steekt vonden we het hostel redelijk snel. We hadden het geluk dat het Cismigiu-park op de route lag, waardoor we meteen al een blik konden werpen op een van de mooiste plekje van Boekarest.
Het Funky Chicken Hostel waar we verbleven ligt in een wijk tussen Parcul Cismigiu en Gara de Nord, in een wijk die op het eerste gezicht behoorlijk in verval is. Maar ooit stonden hier prachtige nieuwe villa's, waar de rijke inwoners van Boekarest aan het begin van de twintigste eeuw in wonen. Nu is het er nog steeds prachtig, in de ogen van iemand die houdt van de tand des tijds en een voorkeur heeft voor vergane glorie, woekerende tuinen en kromgeroeste hekwerken. Het hostel zelf is gelukkig in prima staat, al is het wel gevestigd in een oud gebouw en is het verder vrij simpel. Geen poespas, wel een binnenplaats en erg vriendelijke mensen. Meer heb je als reiziger eigenlijk niet nodig.
De volgende dag was het plan om fietsen te huren. Daar aangekomen bleek de fietsverhuur echter alleen geopend op reservering. Lopend verder dus maar, richting het zuiden. In de verte kon je het Palatul Poporului op zien doemen. Het is het -op het pentagon na- grootste gebouw ter wereld en vanuit de verte kun je het op zien doemen als een groot, kalkstenen dier dat je waar je ook bent in de gaten houdt. En dat zal vermoedelijk precies het idee geweest zijn, want het is gebouwd in opdracht van -hoe kan het ook anders- Nicolae Ceausescu, die hier tijdens het communistische regime de touwtjes samen met zijn vrouw Helena stevig in handen hield. Het gebouw is ontworpen (door 700 architecten, hebben we ons laten vertellen) om alles te huisvesten wat met `de partij' te maken had (en dus ook de Ceausescu's zelf). Waarom het dan "paleis van het volk" heet is niet helemaal duidelijk. 'Paleis door het volk' zou beter zijn; het is binnen 10 jaar uit de grond gestampt door zo'n 20000 arbeiders, die in die tijd hun huizen niet warmer dan 12 graden mochten stoken en uren in de rij moesten staan voor een armzalig maal. Een beetje wrang is het dus wel dat dit kollosale pand domineert over het hele centrum van Boekarest en dat iedere inwoner er dagelijks mee geconfronteerd wordt. Wel is het besef inmiddels iets meer aan het doordringen dat ze met dit paleis toeristisch goud in handen hebben: het aantal mogelijke rondleiding is sinds mijn laatste bezoek verviervoudigd en ook de prijs is aanzienlijk verhoogd. Waar voor je geld krijg je wel: een hele rits enorme zalen met tonnen en tonnen marmer, goud, kristal, zijde en alles wat Roemenie nog meer te bieden heeft - of had, want er doen geruchten de ronde dat in heel Roemenie inmiddels geen kalksteen meer te vinden is: het zit allemaal in dat paleis-.
De tweede fietsverhuur die we tegenkomen, zo rond twaalven, is helaas ook gesloten, al hangt er een bordje dat ze alle dagen open zijn vanaf tien uur. De vriendelijke bewaker waarbij we navraag doen haalt zijn schouders op: "Hij is vanaf tien uur open, maar nu niet. Misschien wel later op de dag een keer, ik weet het niet." Zo gaan dingen hier; 's ochtends hoorde ik ook al iemand aan de wachtrij voor de apotheek vragen: "Gaan ze open om 9 uur?" "Ja", was het antwoord van een schouderophalende vrouw. Het was op dat moment een uur of tien. Roemenen doen niet zo moeilijk over tijd.
Zonder fietsen lopen we dus verder door het historisch centrum van Boekarest. Het is (en blijft voorlopig) een fantastische mengeling van oud en nieuw, gladgeplamuurd en afgebladderd, mooi en lelijk, kapitalistisch en communistisch, schreeuwerig en ingetogen en vooral: arm en rijk. Daar heb ik al eens eerder over geschreven en het blijft fascinerend: een winkelstraat met een splinternieuwe adidasgevel, tussen een half ingestort 19e eeuws pand en een stoffenwinkel in communistische stijl in. Wie dat echt wil begrijpen moet zelf een paar dagen rondlopen in dit openluchtmuseum van tijdsgeesten.
's Middags eten we bij Caru cu Bere ('kar met bier'); een restaurant dat in oude stijl hersteld (of gehouden) is en precies de uitstraling heeft van films die zich afspelen aan het eind van de 19e eeuw.
Op zaterdag doen we een tweede mislukte poging tot het huren van fietsen en bezoeken we het Palatul Poporului van binnen. Tegen de avond gaan we op weg naar het huis van Mihail en zijn vrouw en Cosmin, hun zoon, die ik vijf jaar geleden tijdens de beklimming van de Moldoveanu ben tegengekomen. We hebben sindsdien contact gehouden en we hebben afgesproken om te komen eten voor een traditioneel Roemeens diner. Mihail woont in een typische communistische flat aan de rand van Parcul Tineretului ('park van de jeugd'). Hij staat ons buiten al op te wachten en we worden hartelijk ontvangen. Met de lift, die gezien Leviens lengte eigenlijk wat aan de kleine kant is en zijn beste tijd gehad heeft, gaan we naar boven. We praten bij over van alles en nog wat, wisselen foto's uit, praten over bergen en over onze landen en beginnen de maaltijd met een flinke bel sterke drank, waarop een eindeloze stroom bier volgt, omdat Mihail niet stopt met bijschenken. Gelukkig is er genoeg te eten, zodat we niet al te beschonken raken en het is heerlijk, zodat we eten tot we niet meer kunnen. Daarna is er nog ijs. Mihail en zijn vrouw blijken ontzettend nieuwsgierig naar zo'n beetje alles en ze willen overal het fijne van weten: over de Nederlandse dijken, over onze koningin, over ons schoolsysteem en over de precieze hoogte van de Mont Blanc. Als we uiteindelijk om een uur of twaalf afscheid nemen brengen Mihail en Cosmin ons met hun rode Dacia naar ons hostel, omdat de metro's al niet meer rijden. We krijgen een literfles zelfgemaakte honing van ze mee, die natuurlijk veel lekkerder smaakt dan de honing uit de Nederlandse winkel. Als we de rode Dacia hebben uitgezwaaid gaan we gauw naar bed, omdat we vroeg weer op moeten. Zondag gaan we namelijk op pad met een groep van 11 andere mensen van Couchsurfing, die een uitstapje hebben georganiseerd naar de bergen van Piatra Mare, vlak onder Brasov en zo'n twee uur rijden vanaf Boekarest. De groep is tamelijk internationaal, met Roemenen, Polen, een Italiaanse, een Schot, een Belg en ons en we besluiten met zijn allen naar Sapte Scari te gaan (`zeven trappen'); een soort ladderparcours door een rivierkloof heen. Het hele parcours heeft zijn beste tijd gehad; het hangt van roest, oude verflagen en halfrot hout aan elkaar. Maar het is stevig genoeg om ons allemaal te houden, dus we brengen het er levend en wel van af. Daarna delen we met elkaar de lunch. In Roemenie is het delen van eten een belangrijke sociale activiteit, zo blijkt. Iedereen heeft wat gemaakt en wisselt dat uit. Het smaakt ons allemaal bijzonder goed. Na de lunch lopen we verder naar de berghut, waar we koffie drinken en onze magen verder vullen met witte bonen en omeletten. Een kleine topbeklimming later blazen we de aftocht, genieten nog wat na in het gras naast een bergbeek en rijden terug naar Boekarest. Een geslaagde, doch vermoeiende dag met aardige, inspirerende mensen. Leve het internet!
Gisteren (maandag dus) vertrokken we met de trein van negen uur uit Boekarest naar Galati, aan de grens met Moldavie. Dat ging voorspoedig en het busstation was vervolgens snel gevonden. Er gaat echter geen enkele bus vanaf Galati naar Reni, dat nog geen twintig kilometer verderop in Oekraine ligt. Ook naar Giurgiulesti, dat tusssen Galati en Reni en bovendien in Moldavie ligt (aanrader: pak er een kaart bij om dit wonderlijke staaltje grenzentrekken te aanschouwen: we vermoeden dat de havenfunctie van giurgiulesti hier een rol in speelt) gaat geen bus. Wel was er een vriendelijke chauffeur van de bus naar Brasov die ons aanbood om een taxi te bellen. Omdat we het stadje en de weg verder niet kennen lijkt ons dat de beste optie. Hij zegt ons naar Giurgiulesti te willen brengen voor 10 euro per persoon. Eigenlijk een beetje duur, maar gezien de grensovergang en het feit dat hij zonder klanten weer terugmoet wel een prima optie. Vlak voor de grensovergang gooit hij ons echter de auto uit: het is hem blijkbaar te veel gedoe om daadwerkelijk de grens over te steken. Wel is hij zo vriendelijk meteen een andere auto aan te houden, met een man en zijn zoontje van een jaar of 4. Hij zal ons verder meenemen naar Giurgiulesti. De grensovergang duurt lang, maar even later hebben we een moldavisch stempel in onze paspoorten. De chauffeur brengt ons nog wat verder het dorp in denken we, maar even later staan we opeens bij de grensovergang met oekraine (nog geen kilometer verderop) en hebben we een uitreisstempel van moldavie en een inreisstempel van oekraine te pakken. Nog wat later staan we op het busstation van Reni. We bedanken de man hartelijk, geven hem al ons roemeense geld en een Nederlands souvenir (we hebben een hele zak delfts blauw klompjes mee) en gaan op zoek naar een bank om te pinnen.
Reni ligt in een uiterste uithoek van Oekraine en dat is te merken. Ten opzichte van Roemenie valt op dat de oude auto's hier geen Dacia's zijn maar Lada's. Ze maken ongeveer de helft uit van het straatbeeld en zijn allemaal in opvallend goede staat. Bovendien passen ze goed bij de rest van het dorp, dat bestaat uit communistenflatjes en een overwoekerd park, waarop een gouden buste van Lenin prijkt op een knalrode sokkel. We vinden een bank, doen ons te goed aan de moerbeien in het park en begeven ons even later naar de bus van 18.00 die ons via een uitermate hobbelige weg en door typisch oekraiense dorpjes vol kleurig geverfde huisjes naar Izmail brengt. De afstand is zo'n 70 kilometer. We doen er zo'n 2 uur over. De bus zit stampvol mensen en een kat, die het absoluut niet naar zijn zin heeft. Het zal niet helpen dat iemand een gerookte makreel heeft meegenomen, zodat het de hele reis heerlijk naar vis en zwetende mensen ruikt. Welkom in het oostblok.
In Izmail verzamel ik al mijn moed en doe mijn uiterste best twee kaartjes te kopen voor de nachttrein naar Odessa. Ik bereid me voor op een geirriteerd "NJET" van de vrouw achter de balie. Niets van dat alles! Wel wat irritatie bij ons volstrekte onbegrip van alles wat op Russisch lijkt, maar er kan ook wel een glimlach vanaf en even later staan we glunderend met twee kaartjes voor de nachttrein weer buiten. We zijn zo'n vijf euro armer.
De rest van de avond doden we door wat te eten en te drinken bij een plaatselijke bar. Het meisje in de bediening is de koning te rijk dat er eindelijk toeristen zijn. Ze serveert ons op haar aanraden een salade met kip, kaas en kool, waarop ze met aardbeiensaus 'HOLLAND' heeft geschreven. Ze vindt het prachtig dat we weten dat we in Izmail zijn. Ze vind het geweldig dat we wodka willen. Ze vind het schitterend dat we haar bij betaling behalve een financiele fooi ook een paar blauwe klompjes geven. We noteren haar naam en het adres van het cafe. Wellicht is het leuk om bij terugkomst in Amsterdam nog eens een kaartje te sturen.
De nachttrein naar Odessa doet er zo'n zeven uur over. Gedurende die tijd kun je je met wat moeite tussen een uitklapbed en de bagageplank wurmen. Langer dan 1.70 moet je niet zijn, laat staan dat een lengte van 1.95 echt handig te noemen is. Maar we slapen -relatief- prima en hoewel het enigszins benauwd is wordt het niet buitengewoon oncomfortabel. Wel gezellig, want alle bedden zijn bezet. Rond zeven uur komen we aan op het station van Odessa, dat vol bloemen staat en er prachtig uitziet. We worden opgehaald door Vanya, die onze couchsurfing host is samen met zijn vriendin Sasha. Ze wonen in een buitenwijk van Odessa met hun kat (die nooit genoeg krijgt van aandacht), uiteraard weer in zo'n prachtig communistisch blok. Van binnen ziet het er uitstekend uit. Na ontbijt, koffie en een douche gaan we richting centrum, om de stad te bekijken. Het is hier prachtig, met lange lanen vol platanen en opnieuw prachtige panden uit de negentiende eeuw, al zijn ze gemiddeld wat beter onderhouden dan in Boekarest. Het begint echter stevig te regenen en nadat we de haven hebben bezocht en voor een euro of 7 met zijn drieen (Sasha moet werken) uitstekend Oekraiens hebben gegeten (Borsjt) en gedronken (Kvas) besluiten we om naar huis te gaan om in ieder geval regenjassen te halen. In plaats daarvan besluiten we echter te wachten tot de regen weer voorbij is. Zodoende deze ellenlange update en twee slapende heren en een slapende kat in de kamer die mij nu omringt. Inmiddels zijn ze weer wakker en is Sasha onderweg hierheen. Tijd om er een eind aan te breien.
We hebbeen het uitstekend naar ons zin en houden jullie op de hoogte!
Liefs, ook namens Levien,
Go.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley