Etappe 5: De toeristische route - Reisverslag uit Tbilisi, Georgië van Go Lambers - WaarBenJij.nu Etappe 5: De toeristische route - Reisverslag uit Tbilisi, Georgië van Go Lambers - WaarBenJij.nu

Etappe 5: De toeristische route

Door: Go

Blijf op de hoogte en volg Go

15 Juli 2012 | Georgië, Tbilisi

Na een goede nachtrust onder het wakend oog van dhr. Christus gaan we op weg naar 'de markt' van Kutaisi, wat dus inhoudt dat we op goed geluk wat door het stadshart dolen. We kopen komkommers en tomaten op de markt (Holland? Sandra! lachen de marktkooplui met gouden of helemaal geen tanden) en een honingmeloen, waarbij we gauw nog wat abrikozen toegestopt krijgen door een bruinverbrande vrouw in een bloemetjesschort. Het ontbreekt er nog maar aan dat ze ons in de wang knijpt; ze lijkt het prachtig te vinden dat er twee enorme europeanen bij haar kraampje staan te stuntelen in wat door moet gaan voor Georgisch.
Daarna gaan we met de minibus (uit Geldermalsen, als we de opdruk mogen geloven) richting Gelati: een stokoud klooster een eindje verderop dat vooral bekend is vanwege de uitgebreide schilderingen binnenin. We ontbijten op een heuvel voor de ingang en vergapen ons daarna aan de veelheid aan fresco's in de hoofdkerk, die tegelijk uitbundig en ingetogen zijn, zoals je dat wel vaker ziet in Orthodoxe kerken: geen plekje is onbeschilderd, maar het kleurgebruik en de manier van afbeelden zijn veel rustiger dan in sommige Katholieke kerken. De kroon op al deze schilderingen is de schele Jezus die vanuit de koepel op ons neer kijkt. Het klooster heeft betere tijden gekend; grote delen van het pleisterwerk, vooral dan in de aan de kerk grenzende ruimtes, zijn bijna helemaal afgebladderd. Gelati staat op de UNESCO-lijst, dus er is hoop dat het allemaal nog net op tijd in ere wordt hersteld, of in ieder geval behoed wordt voor een nog ergere staat van verval. Nadat we ook de klokkentoren hebben beklommen begeven we ons weer richting bus terug naar Kutaisi.
Daar is het zoeken naar de tweede voor de hand liggende attractie in de buurt: de Sataplia grotten, ten noord-westen van de stad. De kleine druipsteengrot is niet bijzonder boeiend en het stuk 'Colchis-bos' evenmin, maar waar het ons vooral om te doen is zijn de afdrukken van allerlei verschillende dinosauriers in een stuk steen met een relatief kleine oppervlakte. Het is alsof die dieren hier vorige week nog hebben rondgelopen en eigenlijk kan ik niet anders dan geloven dat hier een aantal wetenschappers flink hun best heeft gedaan op een enorm kleitablet: het is moeilijk te bevatten dat dit echt sporen zijn die tientallen miljoenen jaren (!) geleden door gigantische reptielen zijn gemaakt en nu nog steeds zo duidelijk te zien zijn.
Omdat de laatste bus richting Kutaisi al vertrokken is lopen we een eind de goede kant op, waarna we een lift krijgen van een Lada -of wat daarvan over is- die ons aan de rand van Kutaisi afzet. De avond besteden we in een Georgisch eetcafe, met dezelfde tactiek als de vorige keer: "Hallo, wij willen graag eten". "Bier ook?" "Bier ook." Dat kan gelukkig; de pot schaft deze keer pittige kababi met -natuurlijk- veel verse kruiden en brood. Terug in het hostel treffen we onze kleren aan, fris gewassen en netjes opgevouwen op stapeltjes. We zijn, kortom, weer helemaal klaar voor een nieuwe kampeersessie vol ongemakken.
's ochtends lopen we opnieuw langs de markt: hetzelfde recept: groente, fruit, brood, kaas. Alles smaakt hier twee keer zo lekker als thuis en dat komt echt niet alleen doordat het vakantie is: groente komt hier vers van het land en is doorgerijpt in de zon. Georgisch brood is plat, zwaar, zacht en knapperig van buiten. Het leent zich uitstekend als 'scheurbrood' bij van alles en nog wat. Het kopen van marktwaar is altijd wat behelpen in een taal die je niet kent: je kunt wel vragen hoeveel het kost, maar het Georgisch telsysteem is twintigtallig en dus niet zo makkelijk te begrijpen. Meestal volstaat het dan om gewoon een handje met kleingeld voor te houden: de mensen zijn hier eerlijk genoeg om het juiste bedrag uit je hand te pakken.
We nemen de bus naar Akhaltsikhe (die
'kh' is een prachtklank ergens tussen de g en de k in) in het zuiden van Georgie, tegen de grens met Turkije aan. Volgens onze informatie is daar niet veel te beleven, behalve de busverbinding richting Vardzia (waarover straks meer). Inmiddels is er echter een enorm fort in restauratie. Of kan ik beter zeggen in aanbouw? Vanaf het station staat er met grote pijlen aangegeven: historisch centrum. Volg je die pijlen, dan kom je via een modderige dorpsstraat vol koeien en kuilen uiteindelijk terecht op een bouwplaats, waar inderdaad iets uit de grond gestampt wordt dat lijkt op een oude citadel. In hoeverre die precies historisch is is ons volstrekt onduidelijk, maar toegegeven: het resultaat mag er wezen en wanneer de tijd een beetje grip krijgt op dit bouwsel wordt het er vast erg indrukwekkend. Nu is het voor ons vooral interessant dat dit opnieuw een enorm project in aanbouw is dat het toerisme in dit land een impuls moet geven. Dat zagen we in Batumi (gloednieuwe hotels en westerse clubs) in Mestia (een splinternieuw toeristisch centrum waar eigenlijk nog niets te vinden was), in Kutaisi (een infocentrum waar de verf nog amper van was opgedroogd) en in Sataplia (alles splinternieuw, behalve misschien die dinosaurusvoetstappen). We gaan wat eten in het centrum en omdat de bus naar Vardzia (een kloosterstad die uit de rotsen gehouwen is en nu nog steeds als zodanig wordt gebruikt) vandaag niet meer gaat besluiten we aan de rand van de stad de kamperen. De avond besteden we daarom op het centrale plein, samen met -zoals altijd op dit soort pleinen- de jongere bevolking en een aantal oude vrouwtjes die zonnebloempitten verkopen. In een poging tot integratie gaat Levien met een handvol kleingeld (een euro ofzo) eropuit om ons ook van zonnebloempitten te voorzien. We hebben geen idee hoeveel het kost, dus Levien hanteert de truc met het kleingeld bij een tandeloos vrouwtje dat met een enorme bak pitten op een kartonnen doos op een bankje zit. "Geef maar hier", gebaart ze, en de hand kleingeld (een euro ofzo) verdwijnt in haar schortzak, waarna ze verwoed begint te scheppen: bekers vol zonnebloempitten verdwijnen in de plastic zak en uiteindelijk giet ze de resterende inhoud van de bak ook leeg. "Wacht even" gebaart ze, en ze haalt uit de kartonnen doos een nieuwe voorraad pitten, die ook voor een deel in onze plastic zak verdwijnt. Intussen zijn er wat omstanders bij komen staan (jongens van een jaar of 16) die grinnikend toekijken hoe de plastic zak steeds voller wordt en het gezicht van Levien steeds wanhopiger. Maar we krijgen waar voor ons geld: een gelukkig oud vrouwtje, een lachend stadsplein en genoeg zonnebloempitten voor de rest van de zomer.
Onze tent zetten we op aan het einde van de weg die naar een heuvel boven de stad voert, zodat we een prachtig uitzicht hebben over de citadel, de kerk, de stad en achterliggende heuvels.
's Ochtends lopen we rijkelijk vroeg weer richting busstation, terwijl we onderweg stoppen voor de noodzakelijke koffie: Turkse stijl, dus met veel suiker en veel drab. Het went, zo langzamerhand.
We brengen een bezoek aan Vardzia in de zinderende hitte: gelukkig kunnen we zo nu en dan een tunnel in de rotsen in, die verschillende ruimtes van het klooster met elkaar verbindt. Ook is er natuurlijk een kerk, met opnieuw prachtige schilderingen. Maar het meest indrukwekkend is dat dit hele complex uit de rots gebeiteld is, in een soort op elkaar gestapelde grotten die met uitgehouwen steile trappetjes met elkaar verbonden zijn. Het klooster is nog steeds in gebruik en in het werkende gedeelte hebben ze -vraag niet hoe- ramen en deuren in de ruimtes weten te zetten. Het wordt nu echter -zelfs op zondag- vooral bevolkt door toeristen uit binnen- en buitenland.
Nadat we op de parkeerplaats getrakteerd zijn op watermeloen door een groep Georgische mannen nemen we de bus, via Akhaltsikhe, naar Borjomi. Dat is een oud kuuroord waar het beroemde Borjomi bronwater vandaan komt. We vinden daar het infocentrum (uiteraard gloednieuw), waar we rijkelijk voorzien worden van informatie (en op het hart gedrukt dat we vooral een paar dagen moeten blijven). "Als we willen kamperen", zo vertelt de man achter de balie ons, "kan dat het beste bij het zwembad buiten het dorp. En als het gaat regenen moeten we hem maar bellen." en hij geeft ons zijn telefoonnummer.
Naar het zwembad gaan we niet, want van medereizigers hadden we al gehoord dat het kuuroord zelf niet veel voorstelt. Interessanter is dan het nationaal park, maar we hebben onze buik wel even vol van wandelen in de bossen. Zodoende kuieren we wat langs de enorme villa's in uiteenlopende staat van verval: van spiksplinternieuw naar op instorten staand. Als de avond valt koken we een maaltje en zetten we onze tent op aan de oever van de rivier.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Go

Actief sinds 25 Juli 2010
Verslag gelezen: 432
Totaal aantal bezoekers 83090

Voorgaande reizen:

17 September 2019 - 25 Oktober 2019

Terug naar de Balkan

06 Juli 2015 - 27 Juli 2015

Între Orient şi Occident

09 Oktober 2014 - 30 Oktober 2014

Gurcistan & Turqeti

21 Juni 2012 - 31 Juli 2012

De grote oversteek

16 Juli 2010 - 16 Augustus 2010

Oost-europa

02 Juni 2008 - 02 Juli 2008

Haide la Balcan!

11 Juli 2007 - 11 Augustus 2007

Roemeens Rondje

Landen bezocht: